Op 22 mei houdt prof.dr. Peter Schrijver, hoogleraar Keltisch aan de Universiteit Utrecht, de Zenobialezing in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden. Zijn lezing zal gaan over de Keltische volkeren rond de Middellandse Zee. Gelieve u voor deze lezing aan te melden via de website van het museum. De link is spoedig beschikbaar.
Kelten zijn mensen die een Keltische taal spreken. We associëren de term Kelten vooral met Ierland, Schotland, Wales en Bretagne, waar tegenwoordig Keltische talen worden gesproken. Tot aan de late Oudheid en op sommige plaatsen tot de vroege Middeleeuwen werd er Keltisch gesproken in een veel groter gebied, dat zich uitstrekte van de Britse Eilanden tot Turkije en van Polen tot Zuid-Spanje. We weten het meeste van deze oude Kelten wanneer zij in aanraking kwamen met de oude schriftculturen van het Middellandse Zeegebied. Natuurlijk met Grieken en Romeinen, maar ook met Etrusken, Iberiërs en Feniciërs. In Noord-Italië leerden de Keltischtalige Lepontiërs rond 600 v. Chr. schrijven van de Etrusken van de Povlakte, die op hun beurt het Griekse alfabet hadden overgenomen. In Spanje namen rond de derde eeuw v. Chr. de Keltiberiërs het schrift over van de Iberiërs, een volk dat een mysterieuze niet-Indo-Europese taal sprak en dat een eigen alfabet had ontwikkeld op basis van het Fenicisch. De Keltischtalige Galaten van Klein-Azië hadden ampel gelegenheid om het Griekse alfabet over te nemen, maar ze deden dat blijkbaar niet: ze schreven helemaal niet, zodat we over hen de minst genuanceerde kennis hebben. De lezing zal dan ook vooral ingaan op de Lepontiërs en de Keltiberiërs, die elk op hun eigen manier een karakteristieke cultuur ontwikkelden waarin overgeërfde, Oer-Keltische elementen werden verbonden met lokale innovaties en invloeden van hun buren. Ze laten zien hoe er naast assimilatie enerzijds en afschotting anderzijds ook een derde weg bestond: die van assimilatie met behoud van eigenheid. Daarmee illustreren zij een karakteristiek van het Middellandse Zeegebied in deze vroege tijden, dat bestond uit een lappendeken van vele talen en culturen, die naast en met elkaar konden bestaan, voordat de Pax Romana aan die veelheid een einde maakte.
